9 juni 2010

8 juni: Tours - Châtellerault: 101 km; totaal 1057 km


Goodby Tours!





Vanwege de minder plezierige overnachtingsaccommodatie in Tours heb ik er maar vanaf gezien daar nog een extra dag te blijven. Eigenlijk stond daar een rustdag gepland.
Het heeft vanmorgen overigens nogal wat tijd gekost om uit Tours weg te geraken en in St Avertin op de route te komen. Ik ben eerder diverse keren in Tours geweest, maar de route vanuit het centrum naar St Avertin (waar ik meerdere keren gekampeerd heb) herkende ik toch niet meer. Maar met 'een beetje een franse mond' kom je een heel eind.
Helaas ging het vanaf St Avertin, waar ik een 11e eeuws kerkje opnieuw bezocht (had ik bij eerdere gelegenheden dus ook al eens gezien) vanwege een wegomlegging ook mis. Op een gegeven moment zat ik bijna op een autosnelweg. Auto's gingen mij al waarschuwen, dat dat niet de bedoeling was. Maar ik had het gelukkig zelf ook al gezien en begrepen.
St. Avertin

Eenmaal op de route en in het open buitengebied bleek het zeer hard te waaien. De wind had volgens de kranten vandaag in deze regio een snelheid van 50 km/uur; dat is zeer harde wind; oftewel een wind met windkracht 6 á 7. Daar heb ik met Eddy Weiss de afgelopen maanden nooit op getraind. We fietsten met maximaal windkracht 4 en dan reden we (meestal zonder bagage) eerst 30 km tegen de wind om dan vervolgens de terugreis met wind in de rug te kunnen afleggen. Maar vandaag was het 100 km met veel hardere wind pal tegen. Daarbij was er veel vals plat en ook nog een enkel heuveltje. Dat was echt zwaar. Ik greep iedere aanleiding aan om even bij te tanken. Dus er werd vaker dan gebruikelijk koffie gedronken en ik heb vandaag heel veel kerken bezocht en gefotogafeerd. Met mijn romaanse kerken-project ben ik dus dankzij die wind veel verder gekomen. En er waren mooie exemplaren bij!
Naast de kerk in St Avertin bezocht ik vandaag onderweg de kerken en kerkjes in Veigné (die heeft een  en versterkte toren, respectievelijk een toren, die als verdedigingswerk dienst heeft gedaan) en verder......



















 het kerkje in Sorigny, de Ste Catharine-kerk in Ste Catharine-de-Fierbois (waar ik ook het oude pelgrimshospice van binnen hoopte te kunnen zien; maar dat was helaas dicht; en er was niemand in de buurt die me erin wilde laten; de mevrouw achter de tap in de brasserie ter plaatse vond het ook maar raar, dat wij in een routeboekje over dat bijzondere middeleeuwse hospice lezen, en dat niemand in Ste Catharine-de-Fierbois de moeite neemt om te organiseren, dat pelgrims er even in kunnen),





















het kerkje in St. Maure de Touraine, dat van Nouâtre, het kerkje in Pussigny, het mooie kerkje van Antogny le Tillac, het heel bijzonder mooie romaanse kerkje van Ingrandes (daar had ik ook ik net als voor die in Ste Catharine-de-Fierbois een kleine omweg voor moeten maken; dat lag dus niet op de route; toen ik daar het kerkje ijverig aan het fotegraferen was, nam een aardige jonge mevrouw uit het huis tegenover de kerk mij zo ongeveer bij de hand om mij in de kerk een rondleiding te geven en mij met name een bijzonder graf te laten zien; dat was echt heel leuk)




en tenslotte het kleine romaanse kerkje in Antran, vlak voor Châtellerault.
Daar liep ik twee jonge Spaanse mensen tegen het lijf, die de tacht in omgekeerde richting maakten: vanaf Compostela naar Parijs. Ja, dat kan natuurlijk ook; en als je wilt kun je net zo veel pelgrimeren. Zij waren de laatste dagen heel geod opgeschoten omdat ze steeds die stevige wind in de rug hadden, waar ik steeds tegen had moeten opboksen.

Redelijk uitgeput in Châtellerault aangekomen, had ik betrekkelijk veel tijd nodig om mijn hotel te vinden. Dat krijg je dus als je te moe bent. Maar het hotel was gelukkig helemaal in orde. Alle voorzieningen zijn aanwezig. Nu kan ik gewoon weer in bad (er is licht!!!) en ik kan hier ook mijn wasjes doen. En maar eens vroeg naar bed vanavond.






(Ik ben vandaag in ieder geval de Loire, de Cher en la Vienne overgestoken. Hier een foto van de Vienne; ik heb er een heel stuk langs gefietst. Als je geod kijkt, zie je dat het harde waait)









Nog even een stukje Nietzsche. Ik lees hem nog steeds iedere dag. Steeds een paar pagina's. Nu heb ik een stukje gelezen, waar hij in zijn opvattingen een 'Charles Taylor' avant la lettre lijkt te zijn. Ik zie er althans dezelfde lijn in, die ik onlangs in "De Malaise van de Moderniteit van Charles Taylor tegenkwam.
Nietzsche stelt dat mensen in 'aristocratische gemeenschappen', zoals de Griekse stadsstaat of zoals destijds in Venetië op elkaar zijn aangewezen......"om hun soort te kunnen doen zegevieren". Zij moeten wel zegevieren, want anders lopen ze het gevaar uitgeroeid te worden. In die gemeenschappen worden geen gunsten verleend; er bestaat geen overmaat en bescherming. De gemeenschap en soort kan standhouden krachtens zijn hardheid, uniformiteit en eenheid (van vorm). De eigenschappen, die bijdragen aan het voorbestaan van de soort en de gemeenschap noemt men deugden. Die worden met een zekere hardheid bijgebracht. De moraal van dergelijke 'aristocratische gemeenschappen' is streng en onverdraagzaam. (er zij gerechtigheid).
Als het goed of te geod gaat in die gemeenschappen, gaat de 'eenheid van vorm'over in 'variatie', "hetzij als mutatie (in de richting van het hogere, meer verfijnde, zeldzame, hetzij als ontaarding en monstruositeit". Niet meer de gemeenschap, maar het indidu staat voor ons......geen gemeenschappelijke moraal meer, maar misverstanden en minachting jegens anderen...en verder verval, verderf.........enz. " Het lijkt heel veel op Taylor. Ik wil er in het filosofenleesgroepje graag verder mee bezig. Nou maar hopen, dat ik het een beetje begrepen heb.
Sommige stukken van Nietzsche zijn voor mij heel moeilijk te begrijpen. Voor sommige stukken moet je ook zeker de historische context beter kennen. Maar het blijft spannend

Ik denk dat jullie snappen, dat ik jullie niet alle kerkjes van vandaag kan laten zien. Ik heb geprobeerd er een paar mooie uit te zoeken.
...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten