27 augustus 2011

27 augustus: over de Arlbergpass

Bludenz - Flirsch: 56 km; totaal 1121 km

Het weer is afgelopen nacht omgeslagen. Om 04.00 uur onweerde het en begon het heel hard te regenen. Omdat ik vandaag over de Arlbergpass wilde komen, stond ik vroeg op. Aan het ontbijt ontmoette ik een volle bus Russen, maar daar kon ik nauwelijks mee spreken. Ik heb even gesproken met 2 Oostenrijkse vrouwen, die bezig waren met een wandelvakantie in de bergen. Zij hadden ook veel last gehad van de hitte.
Tijdens het ontbijt onweerde het nog volop. Ik moest in ieder geval wachten tot het onweer over was.

Rond half negen leek het onweer weg te trekken en ging ik me vertrekklaar maken. Een Zwitsere motorrijder maakte een foto van mij in de harde regen, toen ik meende dat ik maar moest gaan.












Snel na Bludenz begon het klimmen. Ondertussen bleef het hard regenen. Na ongeveer een uur had ik in Dalaas wel zin in koffie. En natuurlijk hoopte ik dat de regen tijdens de koffiepauze zou ophouden. Maar mooi niet. Na ruim een half uur koffiepauze regende het nog even hard. Toch maar verder.

Rond half twaalf, ik was inmiddels verder geklommen, tot ongeveer Langen in Arlberg, begon het te sneeuwen. En na enige tijd sneeuwde het zo hard, dat ik bang was, dat auto's mij misschienj niet meer goed konden zien. Bovendien kreeg ik het erg koud. Mijn regenkleding was volstrekt doorlatend geworden. En met 1 of 0 graden en hevige sneeuwval vormt dat een ernstig probleem. Ik had het heel erg koud, maar was ook bang niet gezien te worden door de vele auto's. Bij de eerste de beste goede gelegenheid om te stoppen, stopte ik.

Ik vond een gesloten deur. 100 met verder was een hotel en dat was gelukkig  wel open. Als een natte, verzopen, koude kat kwam ik daar binnen. Maar ik was meteen welkom. De verwarming werd voor mij aangezet. Maar met mijn natte kleding zat ik koud en bibberend aan de koffie, met opnieuw taart. Omdat het bleef sneeuwen heb ik daar ook maar geluncht: heerlijke, warme soep en een eveneens warme vergetarische groenteschotel. En het bleef maar sneeuwen, en ik bleef het maar koud houden. Ondertussen had ik intensief emailcontact met Hanneke. Dat gaf wat troost.

Na drieenhalf uur hield het op met sneeuwen en besloot ik het er maar weer op te wagen. Ik voelde me stijf, koud en ellendig. En ik stond meteen voor het steilste stuk van de klim: 2,2 km van 8 tot 10 % en daarna nog 3 km van 5 á 6 %. Het viel beslist niet mee. Na zo'n lange rustpauze, en al die kou in je botten, is dat nauwelijks te doen. Enfin, ik ben er gekomen. Maar ik heb zelden meer afgezien. Ik voelde me ook echt gepakt door de omstandigheden. Het was alleen maar zwaar en ik kon niet eens genieten van de normaal prachtige uitzichten. Want er was overal mist.
























Op de top nam een Fransman een foto van mij. Ik was toch wel een beetje trots, dat ik in zulke omstandigheden boven was kunnen komen. Maar leuk was anders.



Toew kwam de afdaliing. De weg was nat. Er waren stukken van 18 %. Dan val je echt bijna naar beneden. Ik heb geprobeerd met die natte weg heel rustig af te dalen. Ben ook een paar keer gestopt om de besneeuwde toppen de kunnen bekijken en naar de watervallen, respectievelijk de riviertjes te luisteren. In de afdaling vlogen enkele vogeltjes met me mee. Steeds waren ze er weer. Ik heb ze gezegd, dat ik hun gezelschap waardeerde. Een en ander nam, niet weg, dat de afdaling hardstikke koud was. Ik had 2 fietsbroeken aan: een korte fietsbroek en een lange fietsbroek (zeg maar een soort legging), een onderzweethemd, mijn ABNAMRO fietstrui, mijn blauwe fietsjack, een das, handschoenen, een helm en een regenjack, en ik had het stervenskoud.

Daarom heb ik er in Flirsch maar een punt achter gezet. Ik had vandaag verder willen komen. Maar toen ik in Flirsch aankwam was het al kwart voor zes. Gelukkig trof ik er een ardig hotel, met een plezierige kamer. Het is hier erg toeristisch: er zijn hier in een Tirools wintersportplaatsje veel Fransen, veel Italianen, en veel Engelsen. Er is ook een duo Nederlanse motoerrijders. Die heb ik even gesproken. Er zijn geen pelgrims.

Op weg zijn naar Rome is echt heel anders dan op weg zijn naar Santiago.

5 opmerkingen:

  1. Johan, je treft het niet, de beklimming op zich is al zwaar genoeg met mooi weer, jij met sneeuw en kou is helemaal afzien. Jammer dat je dan geen momenten hebt om te kunnen genieten. Deze momenten komen vanzelf, je hebt nog veel moois in verschiet, Rome is nog ver.

    Wubbe

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Miser Johannes , het is hier koud en nat en gisteren heb ik bijna de kachel aangedaan.Als ik dan jouw verslag lees leef ik mee en voel ik vooral medelijden , wat een ellende , kou , sneeuw , klimmen , grotelijks afzien .Géén zonnige fotos maar grauw en hevige neerslag .Msch Christoffel i.p.v. Mercurius aanroepen .Sterkte ! Joop , vol bewondering .

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Dag Wubbe,

    Ja vandaag was het dus genieten. Heel mooi, helder,zonnig,fris weer. En het klimmen ging vandaag best lekker. Als klimmen een beetje wil lukken, geeft dat ook wel een prettige kick.
    Ik had bij het klimmen ook wat gezelschap.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Joop, vandaag was het heel ander weer en was de Reschenpass (1520 meter)nauwelijks een probleem. De komende honderden kilometers wordt er nauwelijks meer geklommen. Dat ga ik pas weer doen in de Apenijnen. Maar die zijn nog best ver weg.

    groet,

    Johan

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Wat een heftige dag heb je gehad. Ik hoop dat je niet verkouden wordt na die natte, koude ellende! Zware tocht hoor, dan rijd je in de regen en dan weer in de hitte of koude.
    Monique

    BeantwoordenVerwijderen