16 juni 2010

15 juni: Dax - Saint Jean Pied de Port: 97 km; totaal 1684akm


........Dax; brug over de L'Adour







Vandaag was wel een heel bijzondere dag. Ik vertrok met een zeer dreigende lucht uit Dax en ik zou wel zien hoever ik vandaag zou komen. Een fietsenmaker in Dax had gezorgd voor harde banden.
Al snel was het klimmen geblazen en ik reed betrekkelijk snel naar hoge bergen. Natuurlijk werd er onderweg zoals te doen gebruikelijk bij menig kerkje gestopt. Eerst gewoon voor de koffie met taart in Peyrehorade; daarna voor de abdij (grotendels ruïne, die overigens deels weer wordt heropgebouwd) van Sorde l'Abbaye. Het plaatsje heeft zich als het ware vanuit en om de abdij ontwikkeld. Het is een oude Benedictijnerabdij, waarvan momenteel alleen nog de kerk geheel intact is en is te bezoeken. Die kerk is een 12e eeuwse romaanse kerk. Als ik het goed begrepen heb is de toren zelfs van de  10e eeuw. Het portaal van de abdijkerk is heel erg beschadigd, maar op een of andere manier toch erg mooi. Je ziet hier heel duidelijk, dat het steenhakkerswerk vroeger ook helemaal beschilderd was.


In Cassaber was de St Jacobskerk gesloten, zodat deaar ook niet het beeld van de heilige Jacobus heb kunnen zien.

 Al snel zat ik in gebied waar de dorpen in twee talen waren aangeduid: in het frans en baskisch. Ik kwam diverse wandelaars tegen en ook enkele fietsers. Als je een andere pelgrim tegenkomt, stop je altijd en maak je even een praatje. Ik heb wat langer gesproken met een fransman uit Bretagne. Die had er al twaalf honderd wandelkilometers opzitten en had er nog zo'n duizend voor de boeg. Daartegenover stelt datgene wat ik doe weinig voor. Ik ben pas tweeeenhalve week onderweg en heb 1600 km afgelegd.

14 juni 2010

14 juni: Joué - Dax: 129 km; totaal 1587 km

Vanmorgen kon er in de gîte in Joué helaas ook geen ontbijtje af. De prijs-kwaliteitsverhouding is daar echt geod waardeloos. En ik had nauwelijks nog eten bij me.
Voor het vertrek eerst mijn jarige dochter en natuurlijk ook haar moeder een verjaardags sms-je gestuurd.
Ik zat rond 08.30 uur op de fiets. Ik zou zo mogelijk Dax willen halen. Ik hoopte in het eerste dorp (Joué) een ochtendkoffie te kunnen nuttigen en ook te kunnen fourageren. Maar nee hoor. Er was niets wat er op leek. Ook in het volgende dorp - Biganon - was geen café en/of winkel. Op een lege maag op de fiets - ik had ook de avond ervoor niet echt kunnen dineren (zie mijn verslag van 13 juni) - voelt niet lekker. En al helemaal niet als het dan ook nog hard begint te regenen. Gelukkig was er in Moustey (ook heel klein hoor) wel een bar/restaurant en waren er enkele winkels. In de bar-restaurant heb ik een ontbijtje besteld. Ik had zo'n honger, dat ik de potjes jam ook helemaal leeg heb gegeten. In een van de winkels werd brood, kaas, en fruit gekocht. Het hongerprobleem was opgelost. Het regenprobleem niet. Het regende bijzonder hard. Ik heb in Moustey van een paar oude 'pelgrimskerkjes' nog een foto genomen; ook van een steen, waarop stond aangegeven, dat de afstand naar Compostela nog 1000 km was.





















Mijn fototoestel had in Moustey een behoorlijke 'waterklap'gehad. Ik wilde het aan niet nog meer water blootstellen. Dus ik ben maar gewoon in de regen zo hard mogelijk gaan fietsen. Soms viel dat wel tegen, want er was ook een behoorlijke tegenwind.

In Labouheyre wilde ik natuurlijk stoppen om daar de Ëglise Saint Jacques te kunnen bekijken. Ook weer een echte oude pelgrimskerk; met een mooi Saint Jacquesraam. Ik had er enkele interessante ontmoetingen. Er schuilde een wandelende pelgrim uit Orléans. Hij had zijn bagage, zijn schoenen, sokken, zijn jas ....echt alles over een tweetal banken uitgespreid. Alles was nat. Alleen zijn humeur niet. Daar leek niets aan te mankeren. Hij wilde met dit weer wel een dag mijn fiets lenen. Misschien dat ik dan een dag zou willen lopen. Ik heb hem duidelijk proberen te maken, dat ik niet op zijn voorstel in kon gaan, omdat hij te veel bagage bij zich had en ik dat niet zou kunnen dragen. Hij vond dat hij wel genoegen konj nemen met dat bezwaar. Grappig is, dat andere pelgrims ook altijd willen weten, waar je vandaan komt, hoeveel kilometers je vandaag al hebt afgelegd, en wanneer je van huis bent vertrokken. Dat soort vragen stel ik dus inmiddels ook aan anderen.





















13 juni 2010

13 juni: Pizou - Joué (Les Landes): 123 km; totaal: 1458 km

Heerlijk geslapen in de luxe chambre d'hote en ik kreeg er een geweldig uitgebreid en lekker ontbijt. Dan ga je ook met goede moed op stap. Het was lekker weer. Ze hadden regen en onweer voorspeld.
Al gauw bleek het op de eerste heuvels aan de warme kant. Bovendien kwam de zon steeds sterker door; dus dat was smeren geblazen.
Terwijl ik daarmee bezig was, kwam er lid van het Nederlandse St. Jacob Genootschap aan. Herkenbaar aan het gele vlaggetje. Ik nodigde hem uit te stoppen. Het was Joost uit Vorden. We spraken af een stuk samen op te fietsen. Dat is ruim 70 km geworden. We hebben natuuurlijk volop ervaringen uitgewisseld. Joost was eveneens op 29 mei vertrokken, maar vanuit Vorden. Hij had er dus circa 150 km meer opzitten. Bovendien was hij een kampeerder. Hij had dus veel meer bagage bij zich. Berg-/heuvelop was dat te merken. Ik ging wat gemakkelijker omhoog. Maar boven op de heuvels wachtte ik hem steeds weer op. Het was wel lekker rustig met zijn tweeén. Heel relaxed, maar er is wat minder tijd aan het systematisch bekijken en bezoeken van kerkjes besteed. Joost werkt bij Natuurmonumenten. Dus ik kreeg onderweg wat meer mee over flora en fauna. Hij kreeg wat meer mee over romaanse kerken. Want ik wilde ze natuurlijk niet allemaal overslaan. Zo sluit je leuk compromissen.
We hadden voor een deel dezelfde mensen ontmoet. Grappig om te horen, waar hij ze dan gezien had....en wat voor verschillende tempi mensen aanhouden.

Vanaf Pizou was St Emilion de eerste belangrijke halteplaats. In Montagne werd tussendoor wel de romaanse kerk bekeken; en we namen foto's van enkele mooie kastelen.




St Emilion

12 juni 2010

12 juni: Villebois - Pizou: 69 km; totaal 1335 km

Vanmorgen in Villebois eerst boodschappen gedaan en bij de fietsenmaker langs om mijn banden te laten controleren. Maar franse fietsenmakers zijn niet zo behuulpzaam. Ze voelen eens aan je band en die zijn dan naar hun opvatting oké. Je mag ook niet even hun fietspomp lenen. Ik snap ze niet; of ze snappen mij niet.
IK moet dus regelmatig met mijn eigen kleine pompje bijblazen; een vermoeiend werkje. Ik heb het uitgebreid voor de winkel van de fietsenmaker zitten doen. Die wordt even minder aardig gevonden.

Vanuit Villebois lagen er eerst weer enkele stevige heuvels op me te wachten....en weer tegenwind. Niet hard, maar wel tegen. Je begint je af te vragen of je iets misdaan hebt......; nou ja dat slaat natuurlijk nergens op.

Ik had al vlug door dat ik vandaag mijn dag niet had. Ik besloot er maar gen al te lange dag van te maken. Maar ja, de romaanse kerkjes wilde ik onedrweg toch wel graag zien. Eerst in Aubeterre sur Dronne. Om twee redenen interessant. Daar is een kerk, de église St Jean, die in de 12e eeuw geheel in de bergwant is uitgehouwen. Zeer indrukwekkend. Het zou allemaal uit een rots zijn gehouwen. Zeker 20 m hoog. Er is een trap met boogvensters. Het heeft expliciet een romaanse stijl. Aan de zijkanten zijn grote aantallen sarcofagen uitgehouwen. Deze uit een rots gehouwen kerk zou een voortzetting zijn van een geheime kerkvan de eerste Christenen


11 juni: Charroux - Villebois: 97 km; totaal: 1266 km



Charroux was een prettig klein stadje en het was fantastisch om in zo'n prachtige gîte te mogen overnachten. Het beroemdste wat ze in Charroux hebben is een ruïne van de Benedictijner abdij van St Saveur, die eind 8-ste eeuw met steun van Karel de Grote door de graaf van Limoges werd gesticht.  Omdat die abdij een aantal 'splinters' van het heilig kruis bezat,  en allerhand andere bijzondere relikwieën was Charroux in de middeleeuwen een belangrijke, vaste halteplaats voor de pelgrims naar Santiago.
Naast de ruïne van de abdij hebben ze er een mooie overdekte markt








Op de route - vandaag weer een fors tegenwindje - was Nanteuil-en-Vallee mijn eerste stop. Een sfeervol stadje met een door Karel de Grote zelf in 780 gestichte abdij de Notre Dame.  Natuurlijk de oudste van de hele Charente. Maar verschrikkelijk.....hij was gesloten. De mevrouw van het café snapte ook niet dat hij niet open was (dat scheelt haar natuurlijk heel veel omzet; hij is alleen in juli open). Ik ben er natuurlijk wel voor koffie op het terrasje gaan zitten. En de frambozentaart die ze erbij had was ook verrukkelijk.


10 juni Châtellerault - Charroux: 103 km; totaal 1169 km


Het had de afgelopen nacht veel en hard geregend, maar bij vertrek 8.45 uur) was het droog. Heerlijk. In gedachten zwaaide ik Saint Jacques (het beeld; zie foto)  gedag toen ik bij het verlaten van de stad vlak langs de kerk Saint Jacques reed.
Het fietsen ging heerlijk.....Na zoveel dagen weer eens gewoon voor de wind. Weliswaar geen hard wind; maar toch heel lekker.
















Het werden vandaag een paar prachtige kastelen, een lange stop en enkele superkerken in Poitiers en een heel beroemde abdij in Nouillé-Maupertius. En tenslotte Charroux met ook een beroemde abdij en een superontvangst in een echte pelgrimsgîte uit de 15e eeuw.

Eerst de kastelen: die van Dissay en Vayres. Het kasteel van Dissay had ik eerder tijdens een kampeervakantie met mijn zoon Marijn al eens bezocht. Wij zijn er toen ook uitgebreid in geweest. Het is een 15e eeuws (chique...een plaatjes....) kasteel, dat gediend heeft als zomerverblijf van de bisschop van Poitiers. Toen konden bisschoppen het kennelijk nog "breed laten hangen".


Dat van Vayres is op het oog wat bescheidener, maar schijnt - ik ben er niet in geweest - een beroemde, mooie tuin te hebben.

Dankzij de wind in de rug was ik tegen elven al in het 40 km verder weg gelegen Poitiers. Poitiers staat net als Utrecht te boek als een oude kerken- en kloosterstad. Als ik goed geteld heb, heeft Utrecht echter meer oude kerken. Maar die van Poitiers mogen er ook zijn hoor! Prachtig. Ik kwam Poitiers bij de Pont Joubert binnen. Dan ligt het voor de hand eerst de Ste Radegonde te bezoeken. Het koor en de toren van die kerk dateren uit 1090; het schip en het portaal dateren uit de 13e en 15e eeuw. En prachtige, grote romaanse kerk, die in de middeleeuwen ook expliciet als pelgrimskerk heeft gefunctioneerd. Ik ben in de crypte afgedaald, waar ik even de tombe van Ste Radegonde heb aangeraakt (hoeveel miljoenen pelgrims zouden dat voor mij hebben gedaan?). Radegonde was een koningsdochter uit Thüringen. Zij werde in 531 als tienjarige geroofd door de toenmalige franse koning Clotaire, zoon van de beroemde Clovis. Nadat zij in 540 gedwongen met die Clotaire is moeten trouwen heeft Radegonde de bescherming van een klooster gezocht en vervolgens zelf het allereerste vrouwenklooster in Frankrijk gesticht.



Vlakbij de Ste Radegonde ligt de St Pierre-kathedraal. Die is gebouwd tussen 1162 en 1379. Het is een gothische kathedraal, maar anders dan de flambayante gotische kathedralen. Deze is erg sober. Hij heeft wel een zeer interessante voorgevel met twee grote torens.


















9 juni 2010

9 juni: Châtellerault: rustdag: 9 km; totaal 1066 km


Het vakantiekiekje; beeld met fontein voor het Hotel de Ville in Châtellerault
















Vanmorgen bij het ontbijt besloten hier nog maar en dagje te blijven. Het was extra gemakkelijk om dat besluit te nemen, omdat het vanmorgen flink regende. Maar even bijkomen van de vermoeïenissen van de afgelopen dagen leek ook niet onverstandig.

Ik heb lekker weinig gedaan. Een paar uurtjes bijgeslapen en verder mijn blog bijgewerkt.
Ook wat reacties geschreven op de vele reacties die ik de afgelopen tijd van volgers heb gekregen. Ik hoop, dat die volgers het mij niet kwalijk hebben genomen, dat ik ze niet eerder heb geantwoord. Het is geen onwil geweest om niet eerder te reageren, maar voor mij heeft een dag ook maar 24 uur en de gewone dagelijkse dingen: fietsen, dagelijks een aantal interessante kerken of andere monumenten bezoeken, zorgen voor je natje en droogje, voor een onderkomen voor de nacht, de contacten met andere Santiago-gangers, je ketting en banden, enz....vergen per saldo heel veel tijd. Er is niet heel veel tijd om aan je blog te werken. Ik mag blij zijn, dat ik hem tot nu toe redelijk heb kunnen vullen en dus redelijk actueel heb kunnen houden. In Spanje wordt dat misschien moeilijker, als daar mogelijk minder onderkomens met een internettoegang zijn.
De volgers, die mij schrijven, wil ik in ieder geval laten weten, dat IK HUN REACTIES ZEER WAARDEER!!!  Echt, ik vind het heel leuk tussentijds iets van jullie te horen en/of te lezen hoe jullie op mijn ervaringen reageren. VEEL DANK IN IEDER GEVAL!

In een van de reacties, die ik vandaag geschreven heb (aan Tjark en Han) heb ik al kort iets gezegd over de contacten, die ik vanmiddag hier in de stad weer had. Echt, pelgrims zijn uit duizenden te herkennen. Ik heb me nog geen één keer vergist. En zelf ben ik als ik fiets ook gemakkelijk als Santiagoganger/pelgrim herkenbaar. Vandaag op mijn rustdag natuurllijk niet. Dan ga ik met een betrekkelijk nette lange broek en een net overhemd de stad in. Een beetje anoniem dus. Dat is voor een dag ook wel weer eens prettig. Word je iets minder aangegaapt. Van de andere kant zit het waarschijnlijk in me, dat ik op een terrasje weer heel snel met onbekenden zit te praten.

Ik heb vanmiddag ook alle tijd gehad om hier rustig in de stad rond te kuieren (ik heb de stadswandeling gemaakt)......

















.........en wat uitgebreider de schitterende Saint Jacques-kerk te bekijken. Een super voorgevel. Hierin wordt de warmte van het zuiden voelbaar. Dat is steenkapperswerk van de bovenste plank. Hier is sprake van expliciete verbeeldingskracht, vertelkunst en symboliek. En wat een mooie, "brede beeldhouwerstaal". Dit moeten steenkappers zijn geweest, die veel gereisd hebben en veel ander steenkapperswerk gezien hebben. Zo'n variatie in de beeldentaal. Wat mij betreft veel spannender dan Chartres! De beelden van Chartres zijn weliswaar mooi, maar de functie van de beelden van deze Saint Jacques komt veel duidelijker over; ze zijn meer verhalend dan die van Chartres (die zijn meer alleen maar vererend). Hier in Châtellerault gaat het om theologie in steen voor eenvoudige mensen, voor eenvoudige pelgrims. Die voorgevel is gewoon een interessant prentenboek. Maar het is ambachtelijk en als kunst van een zeer hoog niveau. Ik laat jullie er wat foto's van zien.











































 En verder nog een enkel "vakantiekiekje". Vanavond ga ik me maar weer eens rustig voorbereiden op de dag van morgen.

8 juni: Tours - Châtellerault: 101 km; totaal 1057 km


Goodby Tours!





Vanwege de minder plezierige overnachtingsaccommodatie in Tours heb ik er maar vanaf gezien daar nog een extra dag te blijven. Eigenlijk stond daar een rustdag gepland.
Het heeft vanmorgen overigens nogal wat tijd gekost om uit Tours weg te geraken en in St Avertin op de route te komen. Ik ben eerder diverse keren in Tours geweest, maar de route vanuit het centrum naar St Avertin (waar ik meerdere keren gekampeerd heb) herkende ik toch niet meer. Maar met 'een beetje een franse mond' kom je een heel eind.
Helaas ging het vanaf St Avertin, waar ik een 11e eeuws kerkje opnieuw bezocht (had ik bij eerdere gelegenheden dus ook al eens gezien) vanwege een wegomlegging ook mis. Op een gegeven moment zat ik bijna op een autosnelweg. Auto's gingen mij al waarschuwen, dat dat niet de bedoeling was. Maar ik had het gelukkig zelf ook al gezien en begrepen.
St. Avertin

Eenmaal op de route en in het open buitengebied bleek het zeer hard te waaien. De wind had volgens de kranten vandaag in deze regio een snelheid van 50 km/uur; dat is zeer harde wind; oftewel een wind met windkracht 6 á 7. Daar heb ik met Eddy Weiss de afgelopen maanden nooit op getraind. We fietsten met maximaal windkracht 4 en dan reden we (meestal zonder bagage) eerst 30 km tegen de wind om dan vervolgens de terugreis met wind in de rug te kunnen afleggen. Maar vandaag was het 100 km met veel hardere wind pal tegen. Daarbij was er veel vals plat en ook nog een enkel heuveltje. Dat was echt zwaar. Ik greep iedere aanleiding aan om even bij te tanken. Dus er werd vaker dan gebruikelijk koffie gedronken en ik heb vandaag heel veel kerken bezocht en gefotogafeerd. Met mijn romaanse kerken-project ben ik dus dankzij die wind veel verder gekomen. En er waren mooie exemplaren bij!
Naast de kerk in St Avertin bezocht ik vandaag onderweg de kerken en kerkjes in Veigné (die heeft een  en versterkte toren, respectievelijk een toren, die als verdedigingswerk dienst heeft gedaan) en verder......


















8 juni 2010

7 juni: Château Rocheux - Tours: 90 km; totaal: 956 km











Een heerlijke nacht en een vorstelijk ontbijt...samen met het bruidspaar, dat gisteren receptie had toen ik aankwam.
Ik zat al vroeg op de fiets en had bedacht dat ik een mooi stukje kon afsnijden om weer op de route te komen. Dat lukte prachtig. Wel bleek al snel, dat het vandaag vanwege de harde tegenwind een zware dag zou worden.

Mijn eerste stop was in Areines (lag overigens niet op de route; maar het leek me interessant om hiervoor wat om te rijden) In Areines (de naam van het dorp zou verwijzen naar een arena, die hier in de Romeinse tijd gestaan zou hebben) stond weer zo'n prachtig 11e eeuws kerkje. Prachtig romaans. Geen steenhakkerswerk, maar wel bijzondere 12e eeuwse muurschilderingen: o.a. fresco's, maar ook met een andere techniek aangebrachte schilderingen (secco painting). Het kerkje was open. Ik was er een half uurtje in mijn eentje. Mijn dag kon niet meer stuk (misschien net iets teveel gezegd, want de harde wind heeft me vandaag wel opgebroken; er waren ook veel meer heuvels dan gedacht; mijn linker knie vond/vindt dit niet leuk.....tot overmaat van ramp bleek ik een probleempje aan het ventiel van  mijn achterband te hebben (als ik wilde pompen, raakte ik alleen maar lucht kwijt) en er zat beweging in mijn stuur......; kennelijk zit ik er heuvelop toch te hard aan te rukken...; er was natuurlijk in de verste verte geen fietsenmaker te vinden. Die in  Vendôme en Château Renault hadden op maandag een vrije dag...; het fietst niet lekker met een te zachte band en een stuur, dat niet helemaal vastzit. Pas in Tours kon ik een en ander laten repareren.)








7 juni 2010

6 juni: Chartres - (Chateau) Rocheux: 103 km; totaal 868 km

Ik sliep in een "tweesterretje" vlak bij het station in Chartres. Je wilt als pelgrim natuurlijk niet al te veel luxe (grapje). De kamer was wat mij betreft trouwens in zijn prijs-kwaliteitsverhouding best oké; maar met mijn fiets moest ik enkele trappen af (een ingewikkelde sjouw) om hem op een veilige plek te kunnen stallen. De hotelmevrouw vond het absoluut onverantwoord om hem aan een kabeltje en op slot buiten te laten staan. Het probleem was verder, dat er kennelijk heel veel nachtbrakers zijn in Chartres. Het was tot 06.00 uur min of meer feest op straat. Echt heel veel lawaai. Niet best geslapen en dan sta je op en begint het ook nog te onweren. En niet zo'n beertje ook. De hemel brak open. De straat leek wel een waterval. Ik kwam vroeg aan het ontbijt, maar er moest een bus bejaarden vertrekken en die rekenden kennelijk op oorlog. De koffie, het brood, de botertjes...alles was voortdurend op. Er was ook geen plaats Nou ja, op een gegeven moment vertrekken de bejaarden in de regen en dan zit je toch nog even rustig.

Hoe het ook zij. Toen ik een uurtje later op de fiets stapte, regende het nog. Behoorlijk hard zelfs. Ik had gelet op de temperatuur maar gekozen voor een gewone korte racebroek (in plaats van een lange racebroek met regenbroek). De (niet al te koude) regen op je blote benen/knieën voelt eigenlijk heel aangenaam. Verder werd ik 'boven' wel erg nat, want mijn regenjack vond het na een half uur genoeg en liet verder gewoon water door. Daar boven op  je schouders en je armen...dat wordt wel koud. 
Maar het begon te waaien en de lucht ging breken. Het werd droog en is verder zo goed als droog gebleven. 's Middags nog een tijdje miezer.
Uiteindelijk was niet de regen of de miezer het probleem, maar de harde wind tegen. Die was op de heuvels en soms steile klimmetjes slopend.

Ik had bij het vooraf bestuderen van de route bedacht, dat ik ïn ieder geval een oud kerkje in Meslay-le-Grenet wilde bezoeken; verder Bonneval, Châteaudun en Flacey. Er is onderweg natuurlijk veel meer te zien, maar je wilt ook wat kilometers maken. Het is een kwestie van het voor die dag goede evenwicht zoeken.

Meslay-le-Grenet ligt op zo'n 16 km van Chartres. Het heeft een kerkje, dat deels uit de 12e en deels uit de 15e eeuw stamt. Het is vooral beroemd om de muurschilderingen in het oudste gedeelte van het kerkje. De schilderingen geven een 'danse macabre' weer; geschilderd omdat er in de honderjarige oorlog en als gevolg van de pest zoveel doden vielen. Het kerkje was dicht; maar aan de deur waren wel vijf adressen genoemd, waar je een sleutel kon halen. Op het door mij gekozen adres werd de sleutel niet meegegeven, maar kwam met de sleutrel een heuse professionele rondleider mee. De man vertelde mij alles tot in de finesses. Ik dacht dat je bij dit soort schilderingen niet mocht forograferen, maar hij vond dat ik dat vooral moest doen. Ik heb er natuurlijk geld voor het onderhoudsfonds achtergelaten. Na de slechte nacht en de regen was dit alsnog een prettig begin van de zondag!


6 juni 2010

5 juni: Marines - Chartres: 110 km; totaal 765 km



Vandaag aangekomen in Chartres! Ongelofelijk!

















Wederom een uitzonderlijk mooie dag. Ik was in verband met de voorspelde warmte vroeg vertrokken. Rond 8.15 uur Het was toen  heerlijk buiten; ook nog nauwelijks verkeer. Er moest snel al hard gewerkt worden. Er waren vóór (Marines ligt zo'n 30 km noordelijk van de Seine) en na de Seine forse heuvels te beklimmen. Ik had de route doorgenomen. Daarin waren een zestal steile en lange beklimmingen vermeld. Maar als ik terugkijk heb ik vandaag de hele dag geklommen en gedaald.

Wat het dalen betreft heb ik mijn 'beleid' wel aangepast. In de lange afdalingen in België liet ik me voluit gaan; zonder remmen kwam ik dan gemakkelijk boven de 50 km/uur. Hier in Frankrijk durf ik dat niet. Het zijn hele andere afdalingen; met veel bochten, afdalingen door dorpjes of met oversteken van voorrangswegen. Dus er moet met verstand en met lagere snelheden worden gedaald.

Tsjonge wat heb ik vandaag een water gedronken. Zeker een bidon of zes. In café's zijn ze bijzonder behulpzaam. Je krijgt er ongevraagd ook ijsblokjes in je bidon. Heerlijk zulk ijskoud water.
En wat zijn kersen met hitte onderweg lekker!

5 juni 2010

4 juni: Compiègne - Marines: 93 km; totaal 657 km

's Morgens bij het vroege ontbijt had ik een een kort gesprek met Gerard en Erik (uit Osterbeek) over wat ik voor deze dag uit Nietzsche gelezen had. Nietzsche schrijft ergens dat "het onmogelijk is, dat een mens de eigenschappen en voorliefden van zijn ouders en voorvaderen niet in zijn lichaam zou omdragen: hoezeer de evidentie dat ook mag tegenspreken. Dit is het probleem van het ras. Als men iets van de ouders afweet, is het gepermitteerd een conclusie te trekken aangaande het kind..........Eigenschappen gaan even onvermijdelijk in het kind over als bedorven bloed; en met behulp van de beste opvoeding en het beste onderwijs zal men er ten hoogste in slagen omtrent zo'n overerving te misleiden".

Het was een passage, waarmee ik enigszins worstelde, omdat ik enerzijds kind ben van mijn ouders, maar anderzijds vanaf mijn elfde uitdrukkelijk door paters op een internaat ben opgevoed. De vraag is dan wat de paters hebben bijgedragen. Volgens Nietzsche niet al te veel. Ik heb daar mijn twijfels.
Gerard attendeerde op het boek van Tessa de Loo. De twee zusjes, die in de oorlog bij verschillende pleegouders terecht komen en dan na de oorlog twee volstrekt andere levens leiden. Wat is precies voor die twee zusjes het belang van de bloedlijn geweest? Dat is toch heel moeilijk te duiden.


Natuurlijk werd er vandaag ook weer gefietst. Gerard, Erik en ik 'stonden vroeg aan het vertrek'. We gingen trouwens niet gezamenlijk op pad, want zij namen de route over Parijs en ik wilde juist niet over en door Parijs, maar westelijk van Parijs de Seine oversteken.









3 juni: Compiègne; rustdag: 40 km; totaal 564 km




Dat was achteraf een verstandige keuze om een rustdag te nemen. Het was plezierig 's morgens in Compiègne wat rond te kuieren, mijn blog bij te werken, en 's middags enkele monumenten in de nabije omgeving te bezoeken.

's Morgens na het ontbijt in de Gite voor de pelgrims afscheid genomen van Leo en Marijke uit Haarlem en de ziekenhuiseconoom uit Hoogeveen. Het is heel goed mogelijk dat ik ze later tijdens de tocht nog een keer tegenkom. Het was een aangename kennismaking.
Ik heb al iets geschreven over het gemeenschappelijke slaapzaaltje in de gite. Met de foto links wordt het allemaal mogelijk iets duidelijker. Gelukkig hoorde ik niet tot de "snurkers".



Na het afscheid van mijn 'medeslapers' ben ik de stad in gelopen; eerst richting Saint Jacques: een imposante kerk uit de 13e - 14e eeuw. De Saint Jacques heeft een prachtige toren. Toen ik daar binnen liep, was er een mis aan de gang. Natuurlijk ben ik bij de mis gebleven. Tegelijkertijd nam ik uitgebreid dit Jacobalium in me op. Maar ook het kerkvolk was interessant. Er was een voorzang(st)er met een prachtige stem. "Het volk" met een hoog 'nonnengehalte'(zeker vier verschillende habijten gezien) zong enthousiast mee. Er was een aparte belster. En veel zich uiterst vroom gedragende mensen. Ik moest bij het zingen verstek laten gaan, want ik kende de teksten niet. De voorzang(st)er had meteen begrepen, dat ik op weg was naar Compostela. Na de mis heb ik even met haar gesproken. Zij zorgde er ook voor dat ik een prachtige stempel kreeg van 'deze Saint Jacques'.












Over het bijwerken van mijn blog kan ik niet zoveel vertellen. Ik vind het natuurlijk leuk, dat sommige lezers mijn blog kennelijk kunnen appreciëren. Dat motiveert om ermee door te gaan.









's Middags had ik uitgetrokken om naar Morienval te gaan. Daar zou volgens Catrien Wijburg een hele mooie oude romaanse kerk moeten staan. Zij ging er vroeger met haar familie vanuit Parijs regelmatig heen. Zij adviseerde mij er vanuit Compiègne naar toe te gaan. Ik had me vooraf via internet al verder geïnformeerd. Maar als je toch aan het zoeken bent op internet, dan vind je soms nog iets anders moois in de omgeving.
Vanuit Compiègne ben ik rustig het 'forêt de Compiègne' in gereden. Dat forêt gaf met het warme weer een beetje koelte. Ik ben eerst naar Saint Jean aux Bois gegaan. Daar heeft Adelaïde van Savoye (een echte koningsdochter en nicht van de franse koning Lodewijk VI (de Grote) in 1152 een benedictinessenabdij gesticht. De kerk die daar nu nog te bezichtigen is dateert uit het begin van de 13e eeuw. De kerk is binnen van een pure schoonheid. Zo'n kerk is toegankelijk en je mag je dan een hele tijd in je eentje en in complete stilte vergapen aan die pure schoonheid. Wat een sensatie om in je eentje in zo'n mooie kerk te mogen zitten. Religie en de kerk hebben niet alleen maar goeds voortgebracht, maar we hebben er in ieder geval wel al deze prachtige abdijen en oude kerken aan te danken. In zekere zijn het toch een soort geschenken aan ons. Daar kunnen we alleen maar blij mee zijn. We moeten ons natuurlijk ook realiseren, dat we ook de franse overheid dankbaar moeten zijn, want die houdt met zijn monumentenbudget dit soort cultuurschatten in stand. Naast de kerk stond nog een indrukwekkende 'salle capitolaire' uit de 12e eeuw.

  


Aansluitend naar Morienval gefietst. Dat ligt net buiten het 'forêt'. Morienval heeft een romaanse kerk, die deels uit de 10e en deels uit de 12e eeuw stamt. De kerk is van buiten al helemaal de moeite waard, maar als je er bent, wil je ook naar binnen. Daarvoor moest de sleutel gehaald worden bij de familie Pêcheur. Nadat ik mijn paspoort had achtergelaten kreeg ik alle sleutels mee. En ook daar ben je weer een hele tijd alleen in zo'n mooie kerk. Daar is en komt verder niemand. In Morienval heb ik uitgebreid gefotografeerd om deze kerk later goed te kunnen vergelijken met andere romaanse kerken. Deze is echt oud; en hoe ouder hoe minder 'steenhakkerswerk'. De kerk in Morienval is schitterend, maar beslist niet rijk versierd met met steenhakkerswerk. Hier en daar wat kopjes en verder ' eenvoudig versierde kapitelen'(vooral geometrisch-achtige versieringen).
Super zo'n uitje op je rustdag naar Saint Jean aux Bois en Morienval, naar zulke prachtige romaanse kunstschatten.
Terug in de gite kon kennis gemaakt worden met Gerard en Erik uit Oosterbeek. Ik kon ze 'als oudste bewoner' wat wegwijs maken en de vrijwilliger van het Saint Jacques-genootschap uit Compiègne enthousiast over mijn middaguitje vertellen. Hij noemt mij verder 'Jean Jacques Marie'.  

3 juni 2010

2 juni: Bony - Compiègne: 102 km; totaal 524 km




In de buurt van Bon    y heb ik enkele grote Amerikaanse begraafplaatsen bezocht. Ik dank deze jonge Amerikanen, dat zij geholpen hebben Europa te bevrijden en word tegelijkertijd boos over de oorlog in Afganistan. Ook daar worden jonge mannen en vrouwen uit de hele wereld ver van huisin een voor hen onbegrijpelijke oorlog hun leven in de waagschaal stellen. Van schrik ben ik even uit mijn concentratie en laat mij door een boer letterlijk het bos insturen.Het fietspad wordt een modderig, dichtbegroeid modderpad. Ik moet me door het struikgewas een weg banen. Mijn schoenen vol met water en modder. Ik ben doodsbenauwd een lekke band te krijgen; er staan een massa doornenstruiken. Niet al te best voor mijn mooie zwarte fietstruitje. Ik ploeter me naar het autogeluid. Daar kan ik dan eindelijk weer op de fiets stappen.

Bijna leidde die slechte start vandaag tot een slecht humeur......maar dat kon niet bij zo'n stralend blauwe lucht en vandaag voor het eerst wind mee. Ik had een plan gemaakt. Ik zou Saint Quentin "passeren" om wat meer tijd door te brengen in Noyon, (kathedraal links boven)  en de abdij van Ourscamp en een oud romaans kerkje in St Léger aux Bois te kunnen bezoeken.

In Saint Quentin kwam ik overigens een echtpaar uit Hoorn tegen, die er ook de weg zochten. We zijn samen een klein stukje opgereden tot we zeker wisten, dat we weer op de geode route zaten. Hun reisdoel was niet Compostela, maar Tours. Ik heb zelden mensen van mijn leeftijd in zulke 'professionele racekleding' gezien.

Het was een prettig heuvelend landschap: veel zeer grote velden koren, klaver, mais, aardappelen, bieten, prachtig geel koolzaad..........; veel vogels. Zo nu en dan ook de stilte van een forêt zus of zo, met lange, gladde, snelle fietspaden. Met de wind in de rug lukken de heuvels omhoog ookveel beter dan de voorgaande dagen; omlaag haal ik ruim 50km/uur. Zonder helm is dat toch een beetje eng. Maar meestal is er verder niemend op de weg. Ik heb natuurlijk vertrouwen in mijn beschermengel, Saint Jacques, Johannes en Maria.

1 juni: Tournai - Bony: 103 km; totaal 421 km


Na het douchen kan ik met met electronische sleutel mijn kamer niet meer in. Ook de receptioniste van de jeugdherberg lukte het niet. De batterij in de deur zou op of kapot zijn. Er moest dus gewacht worden op een 'mannetje'die het kon oplossen. Ik ben kennelijk al lang genoeg ondeweg om in zo'n bijzondere omstandigheid mijn geduld te bewaren. Als troost kreeg ik wel drie koppen koffie. Zo schaars gekleed vond ik het niet passend in de ontbijtzaal te gaan ontbijten.

Het duurde dus fors lang voordat ik op de fiets zat. En toen bleek er op het mij opgegeven adres helemaal geen fietesenmaker meer te zitten. Die was al een paar jaar weg. Toen heb ik mijn banden maar bij een benzinepomp opgepompt. Het zat nog verder tegen. Nadat ik de eglise Saint Jacques gevonden had, bleek hij in de steigers te staan (zie links boven). Ik kon er dus geen blik inwerpen. Het mooie plaatje zat er ook niet in. En zo was het al bijna half twaalf, toen ik de stad uitreed.
Overigens meteen een mooie en interessante route; langs de Schelde. Er stonden de eerste tien kilometers verschillende oude (ook nieuwe) kalkovens.


















In Bléharies bezocht ik een heel gave Jugendstil kerk (1926).



Ik kwam door Cambrai. In zo'n stad is het altijd moeilijk je weg te vinden. Gelukkig heb je daarbij wat houvast aan bijvoorbeeld de Kathedraal (Notre-Dame de Grâce), het belfort en het stadshuis.
Voorbij Cambrai werd het zo nu en dan weer aardig klimmen. Op een stil weggetje kwam ik een romaans torentje tegen, dat in de 13e eeuw deel uitmaakte van een kilometers lange vestingmuur van enkele meters hoog rond de abdij van Vaucelles. Deze abdij is in 1132 gesticht door Bernardus van Clairvaux. Ik was te laat om er nog in te mogen. Hoorde er wel de mooie koorzang van de paters cisterciënzers. Ik voel me daar luisterend naar de koorzang heel gelukkig.


Ik fiets nog een klein stukje naar Bony, waar ik voor de nacht een kamer heb gereserveerd in een gîte rurale. De kamer is ruim, van alle gemakken voorzien; maar helaas geen internet. Het eten was meer dan voortreffelijk. De eigenares had een oorkonde, waaruit bleek, dat zij de op een na beste taartenbakster van Frankrijk was. 


Vandaag werd Nietzsche een beetje verdrongen door Taylor: "De Malaise van de moderniteit". Er zijn in Noord Frankrijk meer dorpen zoals hiernaast. Is dit geen bewijs van de 'instrumentele rede'? Geld lijkt hier andere doelen als gezondheid en een goed woonmilieu te hebben weggedrukt. Maar het geen 'moderne instrumentele rede' Het bestaat zo al sinds jaar en dag! En het ziet er niet naar uit, dat het op korte termijn zal veranderen. Zeer deprimerend; schokkend!

31 mei: Mechelen - Tournai: 126 km; totaal 318 km

Vanmorgen aan het ontbijt kennis gemaakt met twee nederlandse echtparen, die ook onderweg zijn naar Santiago. Een van de echtparen kwam uit Eemnes. Er was ook nog een bijzondere link met de zorgbouw. De man, nu ook gepensioneerd had bij een installatie-adviesbureau gewerkt en had in het verleden regelmatig zijn installatie-ontwerpen voor ziekenhuizen besproken bij het toenmailige College voor Ziekenhuisvoorzieningen. Aan een van mijn excollega's had hij niet al te beste herinneringen. Ik kan dat plaatsen. Zijn vrouw had enige last van haar knie. Ze hadden daarom voor vandaag een heel ander tempo en een veel geringer aantal kilometers voor ogen dan ik. Dus samen fietsen zat er niet in. Onderweg heb ik voor haar en haar knie een kaarsje opgestoken. Het andere echtpaar ben ik onderweg nog even tegengekomen. Zij gingen tot Geraardsbergen. En ik wilde verder; naar Tournai. Op papier een tocht van circa 110 km. Dus ik moest er een beetje het gangetje inzetten; zeker als ik onderweg ook nog wat wilde zien. (Links de zuil, die ik circa 30 km na Mechelen tegenkwam......; die 2000 km geldt voor de wandelende pelgrims, niet voor de fietsers)

Eerst nog een klein rondje Mechelen gemaakt; langs de 'hoogtepunten'; langs het Hof van Busleyden (circa 1500). In dat Hof zetelde in de tijd dat Mechelen hoofdstad was van het Groot Bourgondisache Rijk, dat zich uitstrekte van Enkhuizen tot aan Dijon de Grote Raad van Mechelen; verder langs de gothische  Romboutskathedraal (1450) en daarna via de Brusselsepoort de stad uit.
Het is bewolkt. En erg koud. En helaas heb ik weer tegenwind.