14 augustus 2012

13 augustus: Zuidelijke Ardennen


Cherain - Avioth: 97 km; totaal 431 km

In Cherain is de eigenaar van hotel Les Ëcolier een M. de Groot en dat "betekent" (?) dat in dit hotel in Wallonië uitsluitend Vlamingen logeerden. Er werd dus aan het ontbijt uitsluitend nederlands gesproken. Ik nam er afscheid van twee echtparen, die op Harley Davidsons on route waren. Prachtige machines, met heel veel chroom; en door een ringetje te halen. Het waren typisch geen Hell's Angels. Rustige vriendelijke Vlamingen.

In Cherain staat op het centrale plein een tank uit de tweede wereldoorlog. Ik ben trouwens tijdens mijn tocht van vandaag diverse begraafplaatsen uit de tweede wereldoorlog tegengekomen, van zowel franse als amerikaanse soldaten. De aantallen omgekomen soldaten liegen er niet om. Zij zijn gevallen in het kader van het grote Ardennenoffensief. Voor het merendeel jongens van 18 en 19 jaar. Je kunt er alleen een ogenblik met eerbied en respect bij stil staan.

De foto laat zien, dat de zon schijnt. Het was bij vertrek heerlijk weer. Nog een beetje mistig. Die mist trok snel op. Het werd al gauw behoorlijk warm. Er leek onweer in aantocht. Daar is het niet van gekomen. Maar ik had vandaag wel mijn eerste bui. Maar na een half uurtje kon de jas weer uit en kwam de zon terug.
Niet ver van Cherain kwam ik langs de Ourthe te fietsen. Een heerlijk riviertje. Ik heb er sowieso goede herinneringen aan, omdat ik in de Eifel tot in Luxemburg eens een dag of vijf met Hanneke langs de Ourthe heb gewandeld. En fietsen langs de Ourthe betekent ook, dat er even niet verschrikkelijk veel geklommen hoeft te worden.










Voor de rest was het trouwens vandaag behoorlijk klimmen geblazen. De heuvels in de zuidelijke Ardennen zijn gemiddeld overigens net iets minder steil en iets minder hoog dan in de noordelijke Ardennen. En in de loop van de dag werden de heuvels lager. Maar de vermoeidheid begint na x uur toe te slaan, en dat brengt met zich mee, dat uiteindelijk iedere klim zwaar wordt. Het plezierige van klimmen is overigens, dat er altijd een afdaling volgt. En dalen met een snelheid van circa 50 km is echt leuk.
Probleem is wel, dat je bij zo'n snelheid niet ook nog eens rustig op je GPS of in je routeboekje kunt kijken. Dus juist in de afdalingen mis je wel eens een aanwijzing. Is mij vandaag minstens twee keer overkomen.
Wat ook een beetje jammer is, dat de route in mijn GPS (uit 2006) niet helemaal dezelfde is als in mijn routeboek (vierde, geheel herziene druk 2012). Bij afwijkingen heb ik de neiging het routeboek te volgen. Dan blijft mijn GPS natuurlijk volhouden dat ik "van koers" ben, en geeft hij me aanwijzingen hoe ik weer op 'zijn' koers kan komen.

In Bastogne, Bastenaken (ja van Luik - Bastenaken - Luik, die ik nu voor ongeveer de helft gereden heb) heb ik wat leefvoorraad ingeslagen. Leuk trouwens om in deze omgeving Belgische wielrenners 'op leeftijd' tegen te komen, die hun trainingsrondje rijden. Velen maken even een praatje en fietsen dan even met je op. Kwam ook nog een Nederlander in Rabo-tenue tegen, maar die had haast. Die wilde vanavond weer in Maastricht terug zijn.





In de buurt van Jamoigne heb ik een afslag gemist. Vond wel snel toch weer borden naar de Abdij van Orval. Maar ik kwam niet bij de abdij terecht, maar bij de Franse grens. Terug naar Orval over een paar forse bulten zag ik toen even niet meer zitten. Ik had op dat moment ook zorgen over een slaapplek voor de komende nacht. Ik had het Centre de Partage in Avioth gebeld, en had te horen gekregen, dat ik daar niet zou kunnen overnachten. Ik had drie adressen in Montmédy, 10 km verder; maar die waren allemaal complet. Dan zou ik na Avioth zelfs 40 km verder moeten fietsen om in Dun-sur- Meuse een slaapplek te vinden. Dat was wel erg gortig.

























Avioth, 6 km over de Belgisch - Franse grens, is een Maria-bedevaartplaats. Ze hebben er een prachtige Notre Dame (uit de 13e en 15e eeuw), versierd met fijn beeldhouwwerk. Jammer dat de kerk niet open was



















In Avioth zag ik, dat het Centre de Partage de schelp van de Hl. Jacobus als beeldmerk gebruikte. Ondanks dat ik eerst te horen had gekregen, dat ze geen plaats voor me hadden, wilde ik het als Santiago-ganger nog eens proberen. En gelukkig werd ik nu toegelaten. Het was misschien voor het Centre een beetje moeilijk omdat er in deze week trainingen bewustwording en inspiratie voor uitsluitend vrouwen plaatsvonden. Toch werd ik er naar mijn beleving door iedereen met open armen ontvangen. Men was er erg aardig. Er was een slaapzaaltje met 6 bedden voor 'pelgrims', maar ik was er nu alleen. Er was een prachtige tuin, een moestuin, die zo was opgezet en ingericht, dat het ook een siertuin was. In die tuin werd 's avonds gezamenlijk gegeten; het merendeel van de ingrediënten in het eten kwam uit die mooie tuin. In principe had iedereen die er verbleef in de tuin te klussen, of mee te werken aan de voorbereiding van de maaltijd, of af te wassen. Mijn bijdrage is wat beperkt gebleven: de tafel na het eten schoon gemaakt. Maar ik had van tevoren wel aangeboden mee te helpen met koken.



Wat een fijne plek was dat en wat een aardige mensen.

Er was geen internet, geen televisie. Iedereen ging lekker vroeg naar bed. Dat kon wat mij betreft na alle vermoeienissen van de afgelopen dagen natuurlijk geen kwaad.

1 opmerking:

  1. hoi Johan .wat schrijf je leuke teksten ,vergezeld van goed geziene fotos .Steeds 'n plezier te lezen en te kijken .De PC had problemen met photoshop ,hulp van Guidion ( computerbuddies ) .Ik vroeg naar back-up mogelijkheden .Dropbox cloudcomputing werd gesuggereerd .Daar staan nu 56.960 plaatjes op ! Onschuldige verslaving ! Nu werkt alles weer normaal na 5 dagen ellende .Joop .

    BeantwoordenVerwijderen